Op 8 juni vond onze jaarlijkse vissersprijskamp plaats.  Laat ons eerlijk zijn : het weer kon beter, en de opkomst was dan ook nogal beperkt.   Maar er waren toch vier dapperen die kwamen opdagen, Karel Vos, Sooi Mondelaers, René Mondelaers, en Jos Schraeyen.

Eigenlijk waren er deze keer meer KWB-observators aanwezig dan vissers.  Dus, het “werk” viel best mee voor ons.  We hebben ons niet moeten moe maken (niet dat we dat anders wel doen hoor), maar het was deze keer toch een stuk rustiger.  Maar de ambiance was des te groter.  De Jos, de Peter, de Dree als opschrijvers van dienst.  De Mark zoals steeds als wandelende barman, mét kruiwagen, en natuurlijk de Ston om met zijn Arendsoog alles in de gaten te houden en in goede banen te leiden.   En de nodige supporters, inclusief kinderen, ontbraken ook niet !! 

En eigenlijk, al bij al viel het weer nog best mee.  OK, het waaide wel een beetje, soms viel er ook wel eens wat regen, maar als je je een beetje achter de struiken verschool, dan merkte je daar niet eens iets van.  Onze vissers wel natuurlijk maar die mannen hebben een héél grote paraplu.  En soms scheen zelfs de zon.  Niet lang, je moest rap zijn om ze te zien, maar ze was er bij momenten wel.  

Om één uur stipt werd er gestart met vissen en om vijf uur werd het eindsein geblazen.  En hoe was de uitslag ?  Ongelooflijk maar waar.  Er was zelfs een ex-aequo.

1.Karel - 17 vissen

2.Sooi - 17 vissen

3.René- 6 vissen

4.Jos - 3 vissen

De eerste prijs (inclusief prachtig gedenkmonument) werd grootmoedig door Sooi afgestaan.  Die mannen gingen daar echt geen ruzie om maken, integendeel.  Na afloop hebben we allemaal nog danig verder verbroederd, en hebben we ook nog gepoogd om alle bier dat Gaston meegebracht had op te drinken, maar daar zijn we dan toch niet in geslaagd.  Wat wil je ?  Ne mens wordt een dagje ouder, en dan gaat dat allemaal niet zo goed meer.Ik vond het een toffe dag, en iedereen daar denkt er volgens mij zo over.  Zoals gezegd : weinig liefhebbers, maar wel een heel, heel toffe sfeer. 

Verslaggever: Dré Vennekens