De nood aan “ruimte” is een basisbehoefte van ieder van ons. We hebben nood aan ruimte om te wonen, te werken, te ontspannen, te verplaatsen, enz.. Bij het invullen van die noden zijn er ”belangentegenstellingen”, zeker als de noden van meerdere mensen en groepen van mensen op het spel staan. Vandaar de noodzaak aan “ordening”.
De vraag is: in hoever worden we als burger betrokken bij deze ordening, welke zijn de inspraakkanalen en leiden ze tot betrokkenheid van de burgers?
Een antwoord op die vragen kregen we van Jos Vercruysse, vele jaren lid van de Herentse Gecoro - Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening - en die nu voor een tweede termijn voorzitter is van die Commissie. Zijn bekommernis is van deze commissie een degelijk inspraakorgaan te maken.
Het was een heel leerzame avond en uit de vele gestelde vragen bleek dat die ruimtelijke ordening velen bezig houdt.
Wij onthouden uit die avond
1. De Ruimtelijke Ordening kent een lange geschiedenis en is uitgemond in een complex en uitgebreid geheel van wetten en besluiten. Hierin loop je als burger verloren, om weg te vinden moet je haast een “specialist zijn.
2. De inspraak van de burgers is in die wetten en besluiten ingeschreven. Hierbij moeten we een onderscheid maken tussen de “formele” kanalen en de informele . De voorziene inspraak zou best wat vroeger mogen gebeuren, bij het ontstaan van de plannen en niet pas als de plannen reeds ver gevorderd zijn.
3. Het kanaal van inspraak op gemeentelijk vlak is de GECORO: de Gemeentelijke Commissie van Ruimtelijke Ordening.
4. In de GECORO zetelen de vertegenwoordigers van de verschillende geledingen uit de plaatselijke samenleving. Deze personen zijn een aanspreekpunt voor elke burger. In welke mate zijn ze gekend?
5. De samenstelling ervan verandert na elke gemeenteraadsverkiezing. Dit heeft als gevolg dat uitgebrachte adviezen maar gelden voor de nieuwe bestuursperiode.
6. In de samenstelling is er een zeker onevenwicht tussen vertegenwoordigers van de sterk georganiseerde geledingen en de vertegenwoordigers die niet kunnen terugvallen op zo een organisatie en dus over minder steun en informatie beschikken.
7. De Gecoro moet het gemeentelijke bestuur adviseren over het lokale ruimtelijk beleid en de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Voor heel wat andere aspecten van ruimtelijke ordening is dat advies niet verplicht en wordt dan ook geen advies gevraagd. Het is dan aan de commissie om zelf het initiatief te nemen.
8. De adviezen van de Gecoro aan het gemeentebestuur zijn niet bindend. Bij het niet volgen van een advies moet het bestuur wel motiveren waarom.
9. Enkele concrete voorbeelden kwamen aan bod. Een eerste vaststelling is dat vele burgers weinig of helemaal niet geïnformeerd zijn over deze materie.
10. De inspraak van de burger hangt uiteindelijk af van de bereidheid van het bestuur om de burgers daadwerkelijk bij het beleid te betrekken. Dit vereist in de eerste plaats dat een bestuur degelijke informatie over ruimtelijke ordening verstrekt. Op dat vlak is er, en dit niet alleen in onze gemeente, nog een lange weg te gaan.
Wil je meer weten over de rijke inhoud van die avond hieronder vind je de powerpoint. | 
Over kwb